In 1814 vestigde Jan-Baptist Victoor zich als kluizenaar in de bossen van Westvleteren, waar zich destijds al monastieke gemeenschappen gevestigd hadden. De geschiedenis van de Sint-Sixtusabdij begint wanneer enkele monniken van de Franse abdij Mont-des-Cats zich in 1831 bij de kluizenaar voegen.
Naast hun monastieke activiteiten bewerkten de monniken de akkers rond de abdij, maakten ze kaas..., om in hun levensonderhoud te voorzien. Al vrij vroeg werd er op heel kleine schaal ook bier gebrouwen, niet om te verkopen maar voor eigen consumptie. Uit het kasboek van de Sint-Sixtusabdij blijkt dat in juni 1838 de eerste uitgaven werden gedaan voor een brouwerij.